Algemeen

Samenvatting

De jaarrekening 2021 sluit met een positief rekeningresultaat van afgerond € 13,2 miljoen. Ten opzichte van het verwachte rekeningresultaat (overschot € 2,6 miljoen) is dit een positieve ontwikkeling van € 10,6 miljoen. We stellen voor om voor een bedrag van € 4,1 miljoen bestemmingen te doen. Het overige resultaat voegen we toe aan de algemene risicoreserve. De bestemming van het rekeningresultaat vindt plaats als de jaarrekening is vastgesteld.

Resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Bedrag

Rekeningresultaat

13.185

Voorstellen tot bestemming

Ontvangen rijksmiddelen jeugd

1.370

Tonk-gelden

616

Diverse ontvangen middelen algemene uitkering decembercirculaire 2021

750

Rijksbijdrage corona compensatie t.b.v. kunst en cultuursector

448

Ontwikkelopgave GOEP VTH

276

Wet kwaliteitsborging

48

Invoering omgevingswet (dekking ook overhevelen)

514

Volkshuisvestingsbeleid (dekking ook overhevelen)

30

organisatieontwikkeling

122

Inburgering (deels ook dekking overhevelen)

299

Laaggeletterdheid (deels ook dekking overhevelen)

82

Stelpost OMO (dekking ook overhevelen)

157

Zorg en veiligheid

35

Participatiewet Leenbijstand en Overige Bijdragen

30

Individuele voorziening Natura Jeugd maatwerkdienstverlening (dekking ook overhevelen)

621

Digitale toegankelijkheid, programma inclusie (dekking ook overhevelen)

25

Toeslagenaffaire

60

Totaal bestemmingen

5.483

Beschikbare dekkingen

Algemene risicoreserve

744

Bestemmingsreserve sociaal domein

646

Totaal over te hevelen dekkingen

1.390

Toevoeging algemene (risico)reserve

9.092

Totaal bestemming

13.185

Toelichting

Extra rijksinkomsten jeugd 2021
In 2021 hebben we extra rijksinkomsten ontvangen voor het jaar 2021. We hebben ingestemd om uitvoering te geven aan enkele regionale- en lokale uitvoeringsplannen, waarbij we ernaar streven dat de benodigde hulp sneller beschikbaar is en dat de kosten niet verder toenemen. Om deze plannen uit te voeren stellen we voor de extra rijksinkomsten jeugd 2021 over te hevelen naar 2022. Het gaat om een bedrag van € 1.369.605.

Tonk-gelden
In een aantal gevallen is de hulpverlening die we vanuit de Bbz aanbieden aan ondernemers onvoldoende. Er is maatwerk nodig om ZZP'ers te helpen bij de coronacrisis. We stellen voor om de Tonk middelen die nog niet besteed zijn over te hevelen naar 2022 en aan te merken als eenmalige corona compensatie 2022. Het gaat om € 616.407.

Rijksinkomsten 2021 verwerkt in de decembercirculaire 2021
Bij de decembercirculaire zijn diverse extra middelen beschikbaar gesteld waarvan de uitgaven pas vanaf 2022 verantwoord kunnen worden. We stellen voor deze middelen over te hevelen naar 2022. Naast de middelen voor coronamaatregelen zoals hiervoor genoemd gaat het om geoormerkte middelen voor buurt- en dorpshuizen (€ 36.000), Jeugdhulp (€ 80.000), robuust rechts beschermingssysteem (€ 86.000), versterking ondersteuning wijkteams (€ 160.000), Impuls integraal werken (€ 126.000), systeemleren (€ 22.000), eindelening inburgeringsplichtig (€ 15.000), Inburgering (€ 17.000), continuïteit van zorg: meerkosten jeugd (corona) (€ 111.000), continuïteit van zorg: meerkosten Wmo (corona) (€ 97.000). In de raadinformatiebrief van de decembercirculaire heeft u kennis kunnen nemen van de inhoud van deze budgetten.

Rijksbijdrage corona compensatie t.b.v. kunst en cultuursector
De kunst- en cultuursector is hard getroffen als gevolg van corona. In de algemene uitkering is voor de kunst- en cultuursector € 368.984 extra ontvangen in 2021, maar nog niet bestemd en besteed. In de begroting 2021 was ook een budget beschikbaar voor coronacompensatie en –projecten en niet besteed voor € 78.810. We stellen voor deze bedragen van in totaal € 447.794 over te hevelen naar 2022 en in te zetten voor de gemeentelijke bijdrage in de nieuwe ‘Makersregeling’ van de provincie.

Ontwikkelopgave werkateliers GOEP en VTH
Deze werkateliers staan met de grote behoefte aan woningbouw, de nieuwe Omgevingswet, ontwikkelingen Duurzaamheid en een krapte op de arbeidsmarkt voor grote uitdagingen. Voor het uitvoeren van deze ontwikkelopgaven zijn financiële middelen nodig. We stellen voor om € 276.000 van het overschot personeelsbudget 2021 te bestemmen voor deze ontwikkelopgave.

Wet Kwaliteisborging (Wkb)
Op 1 januari 2023 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen in werking. Voor de noodzakelijke voorbereidingen die de gemeenten moeten treffen hebben gemeenten in 2021 een initiële bijdrage ontvangen. We stellen voor deze bijdrage over te hevelen naar 2022 voor een bedrag van € 47.952.

Invoering van de Omgevingswet
De ingangsdatum van de Omgevingswet is verzet naar 1 januari 2023. Het budget voor de implementatie van de Omgevingswet is daarom nog niet geheel ingezet. In 2022 gaan we dit budget verder inzetten voor inhuur, trainingen en opleidingen, communicatie en de verdere implementatie van de benodigde software en digitale systemen. We stellen voor om het resterende budget van € 514.218 over te hevelen naar 2022. We stellen voor de dekking uit de algemene risicoreserve ook over te hevelen.

Volkshuisvestingsbeleid
Door de hoge druk op de woningmarkt die blijft aanhouden wordt er steeds vaker naar een actieve rol voor de overheid gezocht om verantwoord in te grijpen op de markt waar mogelijk of nodig.
Met name met beleidsinstrumenten zoeken we naar oplossingen om een evenwichtige woningmarkt met voldoende slaagkansen voor alle woningzoekenden te behouden. In 2021 is al veel beleid ontwikkeld of opgestart, maar nog niet alles is afgerond. We stellen voor om het nog resterende budget van € 29.665 over te hevelen naar 2022 om het beleid af te ronden en nieuwe vragen op te pakken. We stellen voor de dekking uit de algemene risicoreserve ook over te hevelen.

Organisatieontwikkeling
Organisatieontwikkeling is een organisch proces, dat niet gelijk loopt met een begrotingsjaar. Er resteert eind 2021 een bedrag van € 122.000 omdat door corona een aantal ontwikkeltrajecten in werkateliers vertraging hebben opgelopen. Vanaf het moment dat fysieke bijeenkomsten weer mogen verwachten wij een inhaalslag. Ook organisatiebrede bijeenkomsten (bijvoorbeeld de organisatiedag) heeft niet plaatsgevonden. Ook hier verwachten we in 2022 een inhaalslag. Verbinding met elkaar is essentieel voor het werkgeluk van onze medewerkers.

Inburgering
Vanaf 1 januari 2022 is de wet Inburgering gestart. Het Rijk heeft verschillende middelen beschikbaar gesteld voor de implementatie van de wet. In 2018 zijn we gestart met een nieuwe aanpak voor nieuwkomers. Uit de benchmark in 2021 is gebleken dat onze aanpak succesvol is. Door de uitstel van de wet en corona is de doorontwikkeling vertraagd. In 2022 gaan we onze aanpak verder optimaliseren. De investeringen in 2022 hebben drie pijlers; 1) het ontwikkelen van innovatieve projecten om het taalniveau van inburgeraars te verhogen, 2) uitbreiding inzet van ervaringsdeskundigen en 3) het versterken van onze Toegang vanwege de hoge instroom nieuwkomers.
Voor het over te hevelen budget (€ 299.883) is voor een deel (€ 28.000) dekking aanwezig in de algemene risicoreserve. Deze dekking wordt eveneens overgeheveld.

Laaggeletterdheid
Door de corona maatregelen hebben we in 2021 veel minder activiteiten kunnen uitvoeren dan we hadden willen doen. We stellen voor de resterende middelen uit 2021 van € 81.513 over te hevelen naar 2022. Hiermee kunnen we inzetten om een inhaalslag te maken in het bereiken van laaggeletterden en het geven van cursussen. Voor het over te hevelen budget is voor een deel (€ 14.904) dekking aanwezig in de algemene risicoreserve. Deze dekking wordt eveneens overgeheveld.

Stelpost OMO
Conform de doordecentralisatieovereenkomst met Stichting OMO dient na afloop van elke 5 jaar een financiële afrekening plaats te vinden met betrekking tot de uitgekeerde doordecentralisatievergoeding. De eerstvolgende afrekening heeft betrekking op de periode 2018-2022. Het eenmalige budget is nodig om deze vijfjaarlijkse financiële afrekening mogelijk te maken.
Voor het over te hevelen budget (€ 156.846) is dekking aanwezig in de algemene risicoreserve. Deze dekking wordt eveneens overgeheveld.

Zorg en veiligheid
Het gaat hier om rijksmiddelen voor brede aanpak dak- en thuisloosheid. Regionaal advies over te ontwikkelen activiteiten is recent opgeleverd. In 2022 worden deze, waar nodig, geïmplementeerd. We stellen voor de resterende rijksmiddelen over te hevelen naar 2022 voor € 34.962.

Participatiewet Leenbijstand en overige bijdragen
Met dit budget ondersteunen we zelfstandig ondernemers bij heroriëntatie op een ander verdienmodel of op een baan in loondienst. De middelen zijn beschikbaar gesteld om samen met de zelfstandig ondernemers te inventariseren of, en welke ondersteuning nodig is. We stellen voor het resterende budget van € 30.129 over te hevelen naar 2022.

Individuele voorziening Natura Jeugd maatwerkdienstverlening
In 2017 is regionaal de transformatie jeugdzorg in gang gezet. Hiervoor zijn door de deelnemende gemeenten de noodzakelijke middelen beschikbaar gesteld. Deze transformatie heeft een langere doorlooptijd dan aanvankelijk werd verondersteld. Het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) heeft in 2021 besloten om de restant-middelen in 2022 in te zetten voor de noodzakelijke transformatie / hervorming jeugdzorg. Voor het over te hevelen budget (€ 621.085) is dekking aanwezig in de reserve sociaal domein. Deze dekking wordt eveneens overgeheveld.

Digitale toegankelijkheid, programma inclusie
We stellen voor het budget om invulling te geven aan digitale toegankelijkheid over te hevelen naar 2022. Het gaat om € 25.000),  de dekking aanwezig in de reserve sociaal domein wordt dan ook overgeheveld.

Toeslagenaffaire
De afspraken over de compensatie van de kosten die gemeenten in het kader van de hersteloperatie maken, zijn opgenomen in zogenaamde specifieke uitkeringen. Gemeenten kunnen vanaf 2021 de kosten voor inrichting of kosten voor de uitvoering van de coördinatie van het gemeentelijk steunpunt herstel kinderopvangtoeslag (projectleider en ander betrokken medewerkers bij het steunpunt) opvoeren bij de verantwoording. De bijdrage is voor Meierijstad in totaal  € 120.000 voor 4 jaren, 2020 t/m 2023. Hiervan is in 2021 de helft € 60.000 gedeclareerd. Met deze bijdrage en de bijdrage voor 2022 en 2023 worden de kosten van personele inzet gedekt komende 2 jaren. Om de toeslagenaffaire goed te kunnen uitvoeren worden de middelen over 2020 en 2021 in de periode 2022 tot en met 2023 ingezet

Deze pagina is gebouwd op 05/31/2022 11:24:19 met de export van 05/19/2022 16:45:39