Maatschappelijke ontwikkelingen vormen een belangrijk kader in het werk van de ODBN en aan onze leefomgeving. Een belangrijke ontwikkeling om hier te benoemen is dat we verwachten dat 2022 een start vormt van een grote transformatie van het VTH-domein en daarmee onze organisatie. Dé kern hiervan is de Omgevingswet. Het voorbereiden op de Omgevingswet richt zich nu op opleiden, samenwerkingsafspraken en werkprocessen. In en na 2022 zullen we de echte effecten pas in de praktijk gaan merken en wordt duidelijk of ‘de geest van de wet’ ook werkt. Zo verwachten we dat de verschuiving van vergunningverlening naar toezicht en handhaving na 2022 echt gestalte gaat krijgen op het moment dat meer en meer gemeenten zelf Omgevingsplannen gaan vaststellen. We zien in toenemende mate dat het werk complexer wordt; de medewerkers moeten daarin ontwikkeld en opgeleid worden. Gezien de hoeveelheid werk en de beschikbaarheid van mensen op de arbeidsmarkt moet men blijvend mensen werven én intern opleiden. De (advies)vragen die deelnemers aan de ODBN stellen worden steeds strategischer en beleidsrijker van aard. Ditzelfde zien we bij ontwikkelingen waarbij steeds nadrukkelijker naar de ODBN wordt gekeken voor het ontwikkelen van een regionale aanpak én uitvoering. De ODBN is primair een uitvoeringsorganisatie van VTH-taken, maar door deze ontwikkeling groeit men door naar de rol van omgevingsexpert. |
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. De meest in het oog springende ontwikkelingen die tegelijkertijd ook nog tamelijk onzeker zijn: ➜ De invoering van de Omgevingswet Zal de invoering van de Omgevingswet per 1-10-2022 of per 1-1-2023 plaatsvinden? Hiervoor zijn omgevingsdiensten afhankelijk van het Rijk (invoering DSO) en daarmee ook het finale besluit van de minister om tot invoering over te gaan. Daarnaast is het van belang te benadrukken dat de ODBN alles in het werk stelt om de invoering voor te bereiden, maar dat zij ook afhankelijk zijn van de deelnemers in de mate waarin zij hun organisatie hebben voorbereid op de invoering van de Omgevingswet. ➜ De ontwikkelingen in de veehouderij De veehouderijsector en het veehouderijbeleid en jurisprudentie zijn volop in beweging. De samenhang met deze ontwikkelingen en de ontwikkelingen rondom stikstof en natuurbescherming is groot. Vanuit onze opgave Transitie Veehouderij herijken we regelmatig alle nieuwe ontwikkelingen. Dat maakt dat de duiding en daarmee het effect van de ontwikkelingen in de veehouderij op de ODBN aan verandering onderhevig is. ➜ Het (lange termijn)-effect van de corona-pandemie We zitten middenin de corona-pandemie. De onbekendheid van de gevolgen van deze crisis op de leefomgeving, lokale overheden en onze organisatie is een onzekerheid die we niet kunnen kwantificeren, maar die wel als een rode draad door alle ontwikkelingen heen loopt. ➜ De versteviging van informatiegestuurd werken Het ontsluiten van data en deze toepassen als informatie voor de VTH-taken is een continu proces van verbeteren van de dienstverlening. Zowel kwalitatief als efficiëntie. Hoe en in welke omvang is op dit moment niet bekend en hangt samen met de beschikbaarheid van het toepassen van nieuwe technieken en werkwijzen in het VTH-proces. ➜ Ontwikkeling tarief en CAO Conform consistent beleid is bij het opstellen van de begroting het kostendekkende tarief gerekend met de indexering voor de categorie “loonvoet sector overheid” uit de Actualisatie Middellangetermijnverkenning 2022-2025 van het CPB van september 2020. Hierin zit een indexering van 1,5% opgenomen ten opzichte van de begroting 2021. Hoe de effecten van een nieuwe CAO zich verhouden ten opzichte van de opgenomen indexering is nog onbekend, maar vooralsnog verwachten we dat de opgenomen indexering voldoende is om de ontwikkelingen op te vangen. Belangrijk om te weten: - Op basis van de begroting is er sprake van een gezond financieel beeld en een robuuste begroting. - Het gemiddelde uurtarief stijgt met 1,5% van € 101,21 in 2021 naar 102,74 in 2022. - De ODBN voorziet een structureel overschot van € 397.000 in haar begroting. - De productieve uren dalen van 293.000 (2021) naar 269.000 in 2022. De reden hiervoor is dat het aantal productieve uren bij eerdere begrotingen te hoog is ingeschat; - De begrote omzet daalt dus ook; van € 30 miljoen in 2021 naar € 27,9 miljoen in 2022. Het volume is gebaseerd op de conceptwerkprogramma’s van 2022. - De personele formatie bedraagt 257 fte. Hiervan is 23% overheadpersoneel. - Het weerstandsvermogen om gewogen financiële risico’s af te dekken voldoet aan de norm en komt uit op de maximaal afgesproken weerstandsratio van 1,5. Dit betekent dat de reservepositie ruim voldoende is om de gekwantificeerde risico’s op te kunnen vangen. - Weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen groeit naar € 1,8 miljoen, en de risico’s dalen van € 1,4 miljoen naar € 1,2 miljoen. Dit komt hoofdzakelijk doordat de ODBN minder volume raamt en het daarbij behorende risico ook kleiner is geworden. - Commissie van Aartsen De commissie van Aartsen onderzocht het functioneren van het huidige VTH-stelsel en hoe omgevingsdiensten hierbinnen kunnen functioneren . Dit kan ook financiële gevolgen krijgen, bijvoorbeeld over de financieringssystematiek. Het is echter nog te vroeg om hierover conclusies te trekken. - Gedifferentieerde urentarief Meierijstad heeft dit jaar gerekend met het gedifferentieerde urentarief. Dit zorgt er voor dat de begroting en de jaarrekening dichterbij elkaar komen. De gemeente Meierijstad neemt relatief gezien veel “eenvoudigere” werkzaamheden af. Voor deze werkzaamheden worden in werkelijkheid lagere tarieven in rekening gebracht dan het gemiddeld uurtarief. Door te werken met gedifferentieerde uurtarieven in de begroting wordt rekening gehouden met de werkelijk te verwachten kosten. Dit heeft geleid tot een een financieel voordeel voor Meierijstad. Deelnemers die dus juist veel "complexe" expertise afnemen bij het ODBN worden geconfronteerd met een hoger uurtarief die in de begroting dient te worden opgenomen. Dit blijft een risico omdat veel van deze werkzaamheden vraaggestuurd zijn en we in die zin afhankelijk zijn van onze burgers en bedrijven. We blijven hier uiteraard scherp op monitoren. |